top of page
Foto van schrijverWegwijs

Getuigenissen: (Problematisch) schermgebruik


Wanneer wordt gamen een verslaving? En is (te veel) schermgebruik altijd problematisch? In deze blog laten we cliënten aan het die op hun beurt vertellen over hun ervaringen met schermgebruik.


Getuigenis 1: Een papa vertelt over gamen

Wat is verslaving? Wat is problematisch? Ben ik wel de geschikte persoon om daarover te oordelen? Als frisse vijftiger loop ik immers een paar generaties achterop in de cyberwereld. Ik ben niet opgegroeid met een smartphone of een tablet in de hand. Op mijn dertiende kwam er een computer in huis, als hulpmiddel voor de studies van mijn oudere broer. Games kwamen niet veel later, al waren die nauwelijks te vergelijken met die van tegenwoordig. Van het internet was geen sprake.  

 

Ik heb nochtans voeling met het hier en nu. Als vader van vier tieners zie en merk ik dagelijks hoe belangrijk alleen al een smartphone geworden is. Op hun leeftijd had ik geen telefoon, fototoestel, camera, radio, mini tv, mini computer, bibliotheek, muziekarchief, wekker, constant contact met vrienden … Met enige zin voor overdrijving misschien, het antwoord op bijna alle vragen, zomaar binnen handbereik. Zij hebben het allemaal, in één makkelijk hanteerbaar toestelletje. En allemaal hebben ze het allemaal. De kans dat je een tiener zonder smartphone tegenkomt, is bijna even groot dan dat je morgen een buitenaards wezen tegen het lijf loopt.  

 

Wat is het meest problematisch: te veel uren internetten of maar weinig van het internet en ICT afweten? Ik ben bijna geneigd het tweede te zeggen. Probeer je rekeningen maar eens te betalen zonder, of een doktersafspraak te maken, de bus te nemen, de menukaart te bekijken in een brasserie, binnen te geraken bij je fitnessclub, concerttickets aan te schaffen … Als je geen constant (mobiel) internet hebt, hink je hopeloos achterop. 

 

Wij hebben het voorrecht om vier kinderen te hebben, waarvan twee van elk geslacht. Elk van hen heeft een diagnose ASS, net als ik. Toevallig of niet zijn het de meisjes die op een rationele en gezonde manier omgaan met het internet en gaming.  

 

Lang geleden was ik zelf jarenlang gefascineerd door voetbalmanagementgames. In de tweede helft van de jaren tachtig, zo rond mijn vijftiende, was er één spel dat mijn wereld beheerste. Volledige dagen en weekends besteedde ik eraan. Voor buitenstaanders was het een bijzonder saai gebeuren. In die tijd waren dat soort games nauwelijks visueel gemaakt en negenennegentig procent van de mensen die de game speelden of bekeken, gaven er na minder dan een uur de brui aan. Eigenlijk was het gewoon een opeenvolging van resultaten en klassementen en pogingen om je team te versterken met betere spelers, waardoor de kans op een positief resultaat iets groter leek. Dikke mappen vol resultaten en klassementen stonden in mijn slaapkamer. Ik vond het ongelooflijk boeiend en er was niemand in mijn omgeving die dat kon begrijpen. Voor mij was het de geïnformatiseerde opvolger van hetgeen tot dan toe centraal stond in mijn leven: klassementen maken, dingen ordenen, analyseren. Niet vergeten dat deze periode voor mij een kennismaking was met het fenomeen computer en dat ik ook daarvoor al altijd een fascinatie heb gehad voor klassementen, statistieken en het ordenen van gegevens.  

 

Een tweede fase van ‘verslaving’ kende ik net voor en na de millenniumwisseling met een andere, veel modernere en meer uitgebreide   voetbalmanagementgame. Ook in die tijd sloot ik me vaak af voor de buitenwereld en was ik obsessief bezig met het creëren van het perfecte team. Je bent van niemand anders afhankelijk voor het nemen van beslissingen. Bovendien moet je aan niemand verantwoording afleggen. Je bent je eigen baas en je kan rustig streven naar zo goed mogelijke resultaten, of liefst perfectie.  

 

Als ik nu terugkijk op die periode, zie ik een heel duidelijk verband tussen mijn verslaving van destijds en mijn autisme. De games boden een stroom aan gegevens, structuur, duidelijke regels en een bepaalde voorspelbaarheid, al was er natuurlijk ook een verrassingselement.  

 

Mijn fanatieke gamen werd beëindigd door de opkomst van het internet en het chatten. Een openbaring, want op die manier kwam ik frequenter in contact met anderen en kwam ik tot uitgebreidere sociale contacten. Uiteindelijk heb ik op die manier ook mijn vrouw leren kennen.  

 

Onze zonen brengen veel meer tijd door ‘op een schermpje’ dan ik op hun leeftijd, maar waar ik altijd een periode gefascineerd was door één bepaalde game is hun schermgedrag erg gevarieerd. Ongeveer de helft van de tijd spelen ze meerdere spelletjes (alleen of samen met vrienden) en voor de rest kijken ze allerlei filmpjes (zelf beschouw ik dat als een moderne manier van televisie kijken), chatten of videobellen ze. 

Ik zie mezelf terug in hun gedrag en begrijp hen veel beter dan ze zelf vermoeden. Het jammere is dat ze, naar mijn gevoel, nog te weinig aan andere dingen toekomen. Langzaam is die overdaad erin geslopen. Op straat spelen en ravotten is allang niet meer van deze tijd en hebben ze jaren geleden geleidelijk aan vervangen door schermtijd. De wereld is veranderd. Kinderen vinden buitenspelen tegenwoordig een straf, en dat geldt lang niet alleen voor kinderen met autisme. Ik heb het gevoel dat ik als kind veel meer meemaakte, herinneringen opbouwde … Hun leven lijkt mij nu ‘saai’, al weet ik dat zij dat niet zo ervaren.   

 

Is dan alles negatief? Ik denk van niet. Misschien kan gamen hen wel helpen met zaken die in een autistische context soms moeilijk kunnen zijn, zoals fijne motoriek, strategisch inzicht, communicatie (lezen, typen), concentratie, verbeelding, omgaan met teleurstellingen en sociale contacten hebben, ook al zijn ze misschien louter online en daarom in bepaalde opzichten eerder asociaal.  

 

Misschien maakt het hen minder onzeker, omdat ze al gamend in een omgeving vertoeven die ‘veilig’ is en lekker anoniem. Misschien vergaren ze zoveel kennis dat ze binnen de wereld van hun games veel waardering krijgen, zodat ze wat zelfvertrouwen kunnen opbouwen, hetgeen niet altijd even evident is in de echte wereld. Het is altijd fijn om ergens goed in te zijn. Sowieso is het ontspannend en brengt het rust. Uit mijn jonge jaren herinner ik me heel goed dat ik op die manier stress kon afbouwen. Stress die ik overdag op school (of op het werk) had opgebouwd.  

 

Mijn eigen overdreven vaak gamen was er voor een stuk vanwege de fascinatie voor het spelletje (zowel de game als het voetbal) zelf. Anderzijds was het een vorm van escapisme. Een vlucht uit een wereld waarin het voor mij niet altijd even gemakkelijk was naar een ander universum waarin ik kon fantaseren, doelen kon bereiken en een team, een club succesvol leiden. Iets wat ik in werkelijkheid nooit zou kunnen.  

 

Op volwassen leeftijd kwam het internet met al zijn toepassingen. Meteen was ik verknocht aan chatten en na verloop van tijd ging ik die nieuwe mensen ook écht ontmoeten. De virtuele wereld en de echte wereld kwamen samen. Van vluchten uit de werkelijkheid was vanaf toen geen sprake meer. 

 

Onze zonen lijken verslaafd aan een mix van gamen, YouTube en sociale media. Vind ik dat als vader leuk? Uiteraard niet. Kan ik hen verplichten om hun schermgedrag drastisch te wijzigen? Ja, al zou dat een hoop spanningen teweegbrengen, niet alleen in onze vader-zoonrelatie, maar ook in hun eigen hoofden, omdat het hun manier is om stress te verminderen en zich, op bepaalde vlakken althans, te ontwikkelen. Ik laat hen grotendeels vrij, tenzij het de spuigaten uit loopt. 

 

Toch droom ik ervan dat ze snel iets vinden, liefst iets tastbaars, iets concreets en iets specifieks, iets dat hen echt blijvend interesseert. Als vader zie ik hen liever naar een vaste, veilige bestemming varen dan wat doelloos rondsurfen, als je begrijpt wat ik bedoel. Heel goed zijn in Fortnite en Brawl Stars of weetjes vergaren over van alles en nog wat door het bekijken van filmpjes … het lijkt voor hen momenteel van levensbelang. In hun wildste dromen zien zij er, naar later toe, een lucratieve job in. Mij lijkt het te vaag en weinig of geen toekomstperspectief te bieden. 

 

Heel soms sluimert er iets. Onze oudste zoon voelt zich van jongs af aan thuis  op een podium (al komt het er maar heel sporadisch van) en spreekt zo nu en dan over een acteeropleiding. De jongste zoon heeft de laatste tijd veel aandacht voor koken, eten, ingrediënten en culinaire programma’s ...  

 

Van mij mag het, een avondje uit met eerst een bioscoopbezoek, gevolgd door een heerlijk etentje in een driesterrenrestaurant, waarbij onze zonen respectievelijk als hoofdrolspeler en chef-kok fungeren. Maar het mag net zo goed een buurttoneel en een frituur zijn, als ze maar gelukkig zijn. Wij als ouders zullen hen in elk geval steunen in elke zoektocht naar geluk, want dat blijft toch het allerbelangrijkste: gelukkig zijn met wat je doet en wie je bent. 




 

Getuigenis 2: De rode draad

Gamen is een rode draad in mijn leven. Vanaf het moment dat ik een console (5jaar) kon vastnemen ben ik ermee gestart en ik ben nooit meer gestopt. Ik heb altijd gespeeld, zowel online als single player. Online vergt veel meer energie omdat het moeilijker is, veel concentratie vergt en ik met mijn vrienden speel dus er ook sociale interactie verwacht wordt.


Vroeger speelde ik veel competitiegames maar hier ben ik mee gestopt omdat dit te veel energie vroeg en ik wil me vooral amuseren. Nu speel ik veel single player omdat ik hier veel meer van geniet en me echt kan ontspannen. Ook heb ik contact met vrienden die ik heb leren kennen via een spel, zij wonen in Italië (mijn thuisland) dus dit is fijn zodat ik Italiaans kan spreken. Sommige periodes zijn dit de enige sociale contacten die ik heb.


Sociale contacten online zijn veel makkelijker voor mij, fysieke contacten geven mij veel stress. Voor mij is gamen een passie, ontspanning, een manier om mijn vrije tijd in te vullen, mezelf uit te dagen en mijn grootste hobby.



41 weergaven0 opmerkingen

Gerelateerde posts

Alles weergeven

Comments


bottom of page